Os sanum in corpore sano Vitamine D3 _________ D3 als hulpmiddel voor de preventieve tandheelkundige Vitamine D
Vitmine D (calciferol) wordt geproduceerd in de huid (cholecalciferol) maar kan ook afkomstig zijn uit voeding of voedingssupplementen (cholecalciferol of ergocalciferol). In de lever wordt het omgezet in 25-hydroxyvitamine D (calcidiol). Calcidiol bevindt zich in het bloed gebonden aan vitamine D bindend proteïnes. Deze kan naar behoefte in cellen, weefsels en nieren worden gemetaboliseer in 1,25-dihydroxyvitamine D (calcitriol) het biologisch actieve hormoon (Orthokennis2). Vitamine D is belangrijk voor; botmineralisatie, calcium- en fosfaathuishouding, zenuwgeleiding, spiercontractie in het functioneren van cellen in het hele lichaam. Daarnaast heeft het een autocriene functie, het reguleert: celdifferentiatie,
(Orthokennis2). Steeds meer (chronische) aandoeningen worden hierdoor gerelateerd aan een inadequate vitamine D-status. Vitamine D is belangrijk voor diverse orgaansystemen; het reguleert de niveaus van calcium en fosfaat in het serum, het verhoogt botdemineralisatie door verlaging van het parathormoon vanuit de bijschildklier en het beïnvloedt het immuunsysteem door immunosuppressie, fagocytose en antitumoractiviteit (Merckmanual, april 2007). Het verlies van botdichtheid is afhankelijk van erfelijkheid en de beschikbaarheid van calcium en vitamine D. Indien deze niet voldoende worden ingenomen zal het lichaam vanuit het skelet resorberen om zo weer homeostase te bereiken. Deze resorptie wordt gemedieerd door de parathyreoïd hormoon (PTH) welke de activiteit van osteoclasten in het bot doet toenemen. Dit resulteert in een afgifte van calcium en een toename van 1,25-dihydroxyvitamine D [1,25(OH)2D] (de biologisch actieve vorm van vitamine D), welke op zijn beurt een in toename aan calcium absorptie vanuit de darmen stimuleert. Wanneer het serum niveau van 25(OH)D laag is, resulteert dat in een verlaagd calcium absorptie vanuit de darmen, toename PTH secretie en een toename van osteoclasten activiteit. Vitamine D-deficiëntie veroorzaakt rachitis bij kinderen en spierzwakte, depressie en spierkrampen bij volwassenen. (Gezondheidsraad; Wielders, 2006; Cherniack, 2008). Daarnaast vergoot een lage vitamine D-status de kans op autoimmuunziekten zoals diabetes type 1, reumatoïde artritis en multiple sclerose. (Zittermann, 2003; Cherniack, 2008; Kimball, 2007). Er zijn sterke aanwijzingen voor een verband tussen vitamine D suppletie en een lager risico op de volgende aandoeningen: kanker, diabetes,
hart- en vaatziekten, infectieziekten en auto-immuunaandoeningen (Gezondheidsraad; Orthokennis2). Vitamine D komt van nature voor in bijvoorbeeld: vette vis, lever, vlees, eieren en melkproducten. Vitamine D wordt al decennia lang toegevoegd aan verschillende producten
inmiddels ook aan diverse andere producten toegevoegd (Gezondheidsraad). Een vitamine D-deficiëntie kan ontstaan door onvoldoende inname ervan middels voeding, onvoldoende blootstelling aan zonlicht, zonnebrandcrème, zwangerschap, BMI waarde (Nesby-O'Dell , 2002; Macdonald, 2008) en medicatie (Gezondheidsraad; Orthokennis2; Uitterlinden, 2006). Daarnaast kunnen aandoeningen van lever, nieren of een aantal erfelijke aandoeningen de omzetting van vitamine D in actieve metabolieten inhiberen (Merckmanual, april 2007). Voorbeelden van medicijnen welke een negatief effect hebben op de vitamine D status of werking ervan zijn: anti-epileptica (fenytoïne, primidon, fenobarbital), corticosteroïden, H2-receptorantagonisten (cimetidine), Lipiden verlagende
steroïdhormonen en tuberculostatica (waaronder isoniazide, rifampicine) (ZK; Orthokennis2). Het Universitair Medisch Centrum Groningen hanteert de volgende referentiewaarden 25(OH)D in het serum aan: insufficiënt: 25-50 nmol/l; hypovitaminose D: 50-80 nmol/l; sufficiënt: >80 nmol/l; grote kans op toxiciteit: >250 nmol/l. Het doelgroep met een verhoogd risico op vitamine D-deficiëntie zijn ouderen, kinderen, zwangere, mensen met een donker huidskleur en mensen die weinig buiten komen of lichaam bedekkende kleding dragen (Gezondheidsraad). Echter ook een derde van de “gezonde jongvolwassenen” blijkt een inadequate vitamine D-status te hebben (Holick M. , 2006). Ongeveer 50% van alle 65-plussers in Nederland hebben een vitamine D deficiëntie, alsook 10% van de Nederlandse niet westerse allochtone zwangere en hun pasgeborene (Gezondheidsraad). In Amersfoort werd bij 55% van de zwangere vrouwen van niet-westerse afkomst een ernstige vitamine D-deficiëntie (< 20 nmol/l) gevonden vergeleken met 5% van de autochtone zwangere. Van de pasgeborenen had respectievelijk 54% verlaagd vitamine D deficiëntie en 6% een ernstige vitamine D-deficiëntie (Wielders, 2006). Hierdoor is het volgens de gezondheidsraad van belang om bij zwangere vrouwen zelfs voorafgaande aan de zwangerschap te beginnen met suppletie, omdat een eventueel ernstig tekort aan vitamine D mogelijk ernstige gevolgen kan hebben voor de pasgeborene. In Nederland kan er alleen van maart tot november onder invloed van zonnestraling zelf voldoende vitamine D worden geproduceerd (Grootjans-Geerts, 2006; Gezondheidsraad). Door gezonde voeding alleen kunnen de ontstane tekorten wegens een lagere aanmaak vanuit zonlicht onvoldoende worden gecompenseerd (Gezondheidsraad). Vooral mensen die onvoldoende buiten komen of van nature gepigmenteerd zijn, zijn aangewezen op vitamine D supplementen (Gezondheidsraad).
Tandheelkunde en Vitamine D Parodontitis is een chronische infectie waarmee specifieke bacteriën samenhangen voor de initiatie en progressie van de aandoening. Genetische factoren spelen een belangrijke rol in de gastheerimmuunreactie waarop vitamine D invloed heeft. Vitamine D heeft een effect op het ontstaan van parodontitis door middel van immuunmodulerende effecten, alsook invloed op de botmineralisatie graad (D'Ambrosio, 1998; Krall, 2001; Daw son-Hughes, 1995; Ooms, 1995). Diverse onderzoeken suggereren een relatie tussen vitamine D en/of calcium inname en een verminderde alveolairbot resorptie en gingivitis (Dietrich, 2004; Hildebolt, 2005; Hildebolt, 2004). Dietrich, 2004 et al. ,The Third National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES III), hebben een statistisch significante omgekeerde associatie gevonden tussen het serum niveau van 25(OH)D3 en parodontitis bij mensen boven de 50jr. Vitamine D speelt een belangrijke rol bij bot formatie en het behoud daarvan. Een analyse van deze resultaten, bij mannen en vrouwen ouder dan 50jr, door Douglas Miley et al. toonde vergelijkbare resultaten zoals gevonden in zijn eigen onderzoek. Er was echter geen significante associatie gevonden voor aanhechtingsverlies bij mannen en vrouwen tussen de leeftijd van 20 en 50jr oud. Diverse epidemiologische studies hebben een positieve associatie gevonden tussen osteoporose/botdichtheid, alveolair bot resorptie en tandverlies. Dit suggereert een slechte bot kwaliteit, welke een risico vormt voor het ontwikkelen van parodontale aandoeningen. (Payne, 1999; Tezal, 2000; Dervis, 2005; Wactaw ski-Wende, 2001). In het onderzoek van Dietrich, 2004 et al. (NHANES III), naar parodontale aandoeningen en vitamine D (n= 12,000) hadden de meeste deelnemers minder als 80 nmol/liter 25(OH)D waarden. Deze studie en diverse andere studies hebben een associatie tussen parodontale gezondheid en de inname van calcium en vitamine D suppletie gevonden (Dietrich, 2004; Nishida, 2000). De onderzoekers vonden dat een optimale inname van calcium en vitamine D bot resorptie vertraagt en het bot aanmaak wordt versnelt, alsook dat vitamine D de expressie van antimicrobiële peptiden (α- en β- defensine en cathelicidine) stimuleert (Gombart, 2005) en dat vitamine D een immunosuppressieve effect heeft op parodontale aandoeningen (Dietrich, 2004). Hiernaast is er een relatie gevonden tussen een toename in parodontaal aanhechtingsverlies en een afname van calcium en vitamine D (Dietrich, 2004; Nishida, 2000)gehalte. Andere onderzoeken suggereren tevens een reductie van de vatbaarheid voor gingivitis, middels de anti-inflammatoire effecten zoals reeds is omschreven (Krall, 2001; Dietrich, 2004; Hildebolt, 2005). De anti-inflammatoire effecten van vitamine D en dan vooral de suppressie van cytokine productie en het stimuleren van de antimicrobiële cathelicidine productie zijn ook reeds meerdere malen gevonden (Gombart, 2005; Murakami, 2002; Wang, 2004; Liu, 2006; Zittermann, 2003). Toxiciteit: Volgens twee onderzoeken treedt Vitamine D3 toxiciteit op bij serumwaarden van 600 nmol calcidiol per liter of meer (Hathcock, 2007; Jones, 2008). Dit is 400 maal de huidige aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor volwassenen. Het Universitair Medisch Centrum Groningen en andere onderzoeken hanteren een vergrote kans op toxiciteit bij >250 nmol/l (Muskiet, 2007; Vieth, 1999). Een verhoogde bloedcalciumspiegel kan misselijkheid, braken, obstipatie, polydipsie, polyurie en verlaging van het bewustzijn veroorzaken (FK.nl). Intoxicatie wordt gekenmerkt door een te hoge calcium- en fosfaatspiegels in het bloed, met als gevolg, het neerslaan van calciumfosfaat in de nieren en het ontwikkelen van nierstenen (FK.nl).
Dosering: Een ‘aanvaardbare bovengrens’ van inname voor vitamine D, bepaald door de European Food Safety Autority (EFSA), waar de Nederlandse overheid zich aan houdt, is als volgt: Voor volwassenen 100 µg per dag en voor kinderen tussen 1jr en 10jr oud geldt 50µg per dag,
(Gezondheidsraad). Voor alsnog zijn er geen interacties bekend met andere medicatie (FK.nl). Concusie Geschat wordt dat er ongeveer 1 biljoen mensen wereldwijd lijden aan een vitamine D deficiëntie of insufficiëntie (Glerup, 2000; Holick M. , 2006), hiernaast wordt er door de Gezondheidsraad aan allen geadviseerd om vitamine D supplementen te gebruiken. Doordat diverse studies de positieve effecten van vitamine D op alveolair bot, parodontale gesteldheid en gingivitis als positief hebben omschreven, kan men aannemen dat eventuele suppletie, als aanvulling voor de reguliere tandheelkundige zorg, aan te raden is. Waarom Vitamine D3 van WIN? De vitamine D3 supplementen van WIN bevatten enkel de essentiële bestandsdelen; Rijstmeel (vuller), gelatine (capsule), vitamine D3 (als cholecalciferol), siliciumdioxide en plantaardig antiklontermiddel (magnesiumstearaat). Siliciumdioxide is aan deze supplement toegevoegd, omdat het de actieve bot groei stimuleert. Siliciumdioxide heeft een katalytisch effect op de productie van hydroxyapatiet, welke samen met collageen de intracellulaire botmatrix vormen en mede bepalend is voor het verhardingsproces ervan. Bronnenlijst
Cannel , J. (2008). On the epidemiology of influenza. Virol J., 5:29. Cherniack, E. (2008). Hypovitaminosis D: astealthy epidemic that requires treatment. Geriatrics, 63(4):24-‐30. D'Ambrosio, D. (1998). Inhibition of I L-‐12 production by 1,25-‐ dihydroxyvitamin D3. I nvolvement of NF-‐kappaB dow
nregulation in transcriptional repression of the p40 gene. J Clin I nvest., 101:252–262.
Daw son-‐Hughes, B. (1995). Eates of bone loss in postmenopausal w omen randomly assigned to one of tw o dosages of
vitamin D. Am J Clin Nutr., 61:1140–5.
Dervis, E. (2005). Oral implications of osteoporosis. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod., 100:349–356. Dietrich, T. (2004). Association betw een serum concentrations of 25-‐ hydroxyvitamin D3 and periodontal disease in the
US population. Am J Clin Nutr., 80:108–113.
Douglas Miley, D. (2009). Cross-‐sectional Study of Vitamin D and Calcium Supplementation Effects on Chronic
Periodontitis. J Periodontol., 80(9): 1433–1439.
FK.nl. (sd). FK.nl. Opgehaald van Farmacotherapeutisch Kompas:
http://www.fk.cvz.nl/inleidendeteksten/i/inl%20vitaminen.asp#vitamine+d3
Gezondheidsraad. (sd). Glerup, H. (2000). Commonly recommended daily intake of vitamin D is not sufficient if sunlight exposure is limited. J I ntern Med., 247:260–268.
Gombart, A. (2005). Human cathelicidin antimicrobial peptide (CAMP) gene is a direct target of the vitamin D receptor
and is strongly up-‐regulated in myeloid cel s by 1,25-‐ dihydroxyvitamin D3. Faseb J., 19(9):1067–77.
Grootjans-‐Geerts, I. (2006). Vitamine D: belangrijk al vóór de wieg en tot het graf. Ned Tijdschr Geneeskd, 150:470-‐472. Hathcock, J. (2007). Risk assessment for vitamin D. American Journal of Clinical Nutrition, 85.
Hildebolt, C. (2004). Estrogen and/or calcium plus vitamin D increase mandibular bone mass. J Periodontol., 75:811–816. Hildebolt, C. (2005). Effect of vitamin D and calcium on periodontitis. J Periodontol., 76:1576–1587. Holick, M. (2006). High prevalence of vitamin D inadequacy and implications for health. Mayo Clin Proc, 81:353-‐373. Holick, M. (2006). Resurrection of vitamin D deficiency and rickets. J Clin I nvest., 116:2062–2072. Jones, G. (2008). Pharmacokinetics of vitamin D toxicity. American Journal of Clinical Nutrition, 582S. Kimball, S. (2007). Safety of vitamin D3 in adults with multiple sclerosis. Am J Clin Nutr, 86(3):645-‐51. Krall, E. (2001). Calcium and vitamin D supplements reduce tooth loss in the elderly. Am J Med., 111:452–456. Liu, P. (2006). Tol -‐like receptor triggering of a vitamin D-‐mediated human antimicrobial response. Science,
Macdonald, H. (2008). Vitamin D status in postmenopausal w omen living at higher latitudes in the UK in relation to
bone health, overw eight, sunlight exposure and dietary vitamin D. Bone., 42:996–1003.
Merckmanual. (april 2007). Vitamin D: The Merck Manual of Diagnosis and Therapy. Opgehaald van
http://www.merckmanuals.com/: www.merckmanuals.com/professional/nutritional_disorders/vitamin_deficiency_dependency_and_toxicity/vitamin_d.html?qt=&sc=&alt=
Murakami, M. (2002). Cathelicidin antimicrobial peptides are expressed in salivary glands and saliva. J Dent Res.,
Muskiet, F. (2007). Vitamine D: waar liggen de grenzen van deficiëntie, adequate status en toxiciteit?
Ned Tijdschr Klin Chem Lab geneesk.
Nesby-‐O'Del , S. (2002). Hypovitaminosis D prevalence and determinants among African American and w hite w omen
of reproductive age: third National Health and Nutrition Examination Survey. Am J Clin Nutr., 76:187–92.
Nishida, M. (2000). Calcium and the risk for periodontal disease. J Periodontol., 71(7):1057–66.
Ooms, M. (1995). Prevention of bone loss by vitamin D supplementation in elderly w omen: a randomized double-‐blind
trial. J Clin Endocrinol Metab., 80:1052–8.
Orthokennis. (sd). Alfabetische lijst van aandoeningen en stoffen die daarbij geïndiceerd zijn. Opgehaald van
www.orthokennis.nl: http://orthokennis.nl/images/pdf/pagepictures/PDF/indicatielijst%201.pdf
Orthokennis2. (sd). Grote belangstel ing voor vitamine D. Opgehaald van www.orthokennis.nl:
http://www.orthokennis.nl/images/pdf/pagepictures/PDF/Complementair%20vitamine%20D.pdf
Orthokennis3. (sd). Vitaminen-‐ en mineralentabel. Opgehaald van www.orthokennis.nl:
http://www.orthokennis.nl/images/pdf/pagepictures/PDF/Vit-‐MinTabel.pdf
Payne, J. (1999). Longitudinal alveolar bone loss in postmenopausal osteoporotic/osteopenic w omen. Osteoporos I nt.,
Tezal, M. (2000). The relationship betw een bone mineral density and periodontitis in postmenopausal women. J Periodontol, 71:1492–1498.
Uitterlinden, A. (2006). The association between common vitamin-‐D-‐receptor gene variations and osteoporosis: a
participant-‐level meta-‐analysis. Ann Intern Med, 145:255-‐264.
Vieth, R. (1999). Vitamin D supplementation, 25-‐hydroxyvitamin D concentrations, and safety. Am J Clin Nutr, 69:842-‐56. Wactaw ski-‐Wende, J. (2001). Periodontal diseases and osteoporosis: association and mechanisms. Ann Periodontol.,
Wang, T. (2004). Cutting edge: 1,25-‐dihydroxyvitamin D3 is a direct inducer of antimicrobial peptide gene expression. J I
Wielders, J. (2006). Ernstige vitamine D-‐ deficiëntie bij ruim de helft van de niet-‐westerse al ochtone zwangeren en
hunpasgeborenen. Ned Tijdschr Geneeskd, 150:495-‐9.
Zittermann, A. (2003). Vitamin D in preventive medicine: are w e ignoring the evidence? Br J Nutr., 89(5):552–72. Zittermann, A. (2003). Vitamin D in preventive medicine: are we ignoring the evidence? Br J Nutr, 89: 552-‐72. ZK. (sd). Farmacotherapeutisch Kompas.
Effects of Fexofenadine, Diphenhydramine, and Alcohol on Driving Performance A Randomized, Placebo-Controlled Trial in the Iowa Driving Simulator John M. Weiler, MD; John R. Bloomfield, PhD; George G. Woodworth, PhD; Angela R. Grant, BS;Teresa A. Layton, BSN; Timothy L. Brown, MS; David R. McKenzie, MS; Thomas W. Baker, MS; Background: Sedating antihistamines may impair driving Allergic
Thailand Continues the Battle for Cheaper Drugs The Thai government may allow generic production of more than a dozen patented medicines unless companies substantially lower the price oftheir brandname products. Three compulsory licenses for domestic production and import have already been issued. Thailand’s Ministry of Public Health has set up a panel to review whether compulsory licenses