Het voorval op de markt/de reiniging van de markt

De Reiniging van de Markt
- Gebaseerd op dé waarheid; doch elke gelijkenis van figuren of voorvallen in dit verhaal met werkelijke personen of gebeurtenissen is toevallig - Wit, alles is wit; ik ben omsingeld door muren. Ik probeer op te staan van de harde rubberen mat waar ik op lig, maar al mijn ledematen voelen zwaar en de commando’s die ik uit mijn bovenkamer naar mijn armen stuur worden vertraagd en met tegenzin opgevolgd. Met grote moeite hef ik mijn handen richting de witte muur boven mijn hoofd. “Heer, waar ik ook ben, ik onderga mijn lot!”, “Ik ben Uw enige zoon, waarom moet ik opnieuw lijden voor Uw aangezicht?” Opeens krijg ik het koud, witte vlammen zonder geur: “BRAND!” Het is Hemelevuur, ik ben gevonden! Al waterend probeer ik de witte vlammen te blussen en om mijn ogen voor de vrijkomende blusgassen te beschermen, kijk ik omhoog. Daar zie ik een oog achter een glazen halve bol. “Satan kijkt mee, het is verloren.” Ik moet vluchten! Mijn missie! Zo ver mogelijk bij het oog vandaan verberg ik mij onder de rubberen mat. Ik moet helder denken; wat is er gebeurd? Ik zie flarden van beelden, ik was thuis die dag… Ik heb geen idee van tijd, maar het was op een vroege, druilerige morgen op de dag voor de dag des Here. Mijn hoofd bonkte nog zwaar na van de doorgemaakte nacht, waarin ik, in een poging om de benodigde status van euforische zwaarmoedigheid te bereiken waarin ik tot voltooiing van de eerste uitgave van het tijdschrift ‘Mijn Lieve Heiland’ zou kunnen komen, me vergrepen had aan – het doel heiligt alle middelen – de drank. Ik had mij, als voltallig bestuur, koepelorganisatie en als enige redacteur van dit blad, tot doel gesteld om een gedegen protestantse repliek op de pauselijke encyclieken te publiceren; opdat wij niet dwalen in ons morele denken. Na de voltooi ng mocht ik dan van mijn Eeuwige Vader de eindtijd aankondigen. Maar goed, onder deze omstandigheden kan niemand werken, dus ik moest paracetamol kopen. Per fiets reed ik over een rood fietspad, waar Uw Woord een licht op is, langs verlaten woonerven en rijtjeshuizen met dakkapellen waarin tot mijn spijt, hoewel de naam anders doet vermoeden, geen enkel altaar in te vinden is. Veenendaal is een mooi dorp, maar dan moet je niet naar esthetiek of geluk zoeken. Bij de viskraam aan het begin van de Hoofdstraat, beneden aan de markt, keek ik de dood van de overleden vissen in de ogen en bedacht me dat deze vissen, in tegenstel ing tot de exemplaren in de supermarkt, ondanks hun dood, nog goed te eten zijn. Naast mij stond een dame met een kapsel waaruit de krulspelden niet lang geleden verwijderd konden zijn, aan de visboer te vertellen dat ze zo kon genieten van een lekker stukje uitgebakken varkenslever van de slager. Ondertussen keek ik langs de natte marktkramen omhoog en tot mijn verbijstering stond bovenaan de markt een wit Godshuis dat nu, dankzij al e bedrijvigheid van handelaren en het geouwehoer van mijn buurvrouw, een troosteloze indruk maakte. Het gesprek dat naast mij gaande was, won ook niet aan inhoudelijkheid. De dame beklaagde zich nu over het feit dat haar echtgenoot altijd de WC rol verkeerdom aan de houder hangt, waardoor “het zo moeilijk pakt”. Er moest sprake zijn van geestelijke nood en dat allemaal voor het huis van mijn Vader. Ik schreeuwde: “Staat er niet geschreven, dat mijn huis een bedehuis zal heten voor al e volken? Maar gij hebt het tot een rovershol gemaakt!” Ik moet hoeden over de schaapjes van mijn Vader, dus ik pakte de vissen uit de bakken bij de visboer en begon deze onder de mensen te verdelen, waarbij ik zei: “Neem en eet, er is genoeg.” Ook de broden van de bakker verdeelde ik onder de mensen. Nu zul en de schriftgeleerden mij willen ombrengen, dat staat geschreven, maar van schriftgeleerden heb ik hier gelukkig niets te vrezen en ik riep luid: “Niemand onder u is schriftgeleerd, want u leeft in angst, kort gehouden door Toen zag ik een marktkoopman een haring tussen de klinkers slaan om zijn kraam extra te verankeren. Ik rende naar hem toe om hem te stoppen, maar het was al te laat. Tussen de klinkers door steeg een afgrijselijke zwavellucht op en de stenen begonnen zich nu langzaam uit elkaar te bewegen. “Zie je niet wat je doet, je hebt de hel aangeboord!”schreeuwde ik uit. “Vlucht, mijn schapen, vlucht!” Niemand reageerde en ik riep: “Zien jullie het dan niet?” Vervolgens gooide ik de marktkramen omver om de mensen te verjagen. We moesten de kerk zien te bereiken. Ik begon te rennen, maar nu voelde ik hoe mijn kleren in brand stonden. Terwijl ik over de grond rolde om de vlammen te doven, kon ik tussen de klinkers doorkijken en zag een snel aanzwellende verzengende vuurmassa. Rol en had dus geen zin, daarom gooide ik mijn kleren van me af en rende door. Ik moest het kunnen halen, de kerk, de Witte kerk. “Oh Heer, mijn Lieve Heiland, ontferm U over mij”, schreeuwde ik en terwijl achter mij de markt werd opgezogen in een al esomvattend vuur, De kerk bleek kleiner van inhoud dan je op grond van de buitenkant zou verwachten. Er stonden twee engelen naast mij die mij omarmden. “Tien milligram Haldol”, hoorde ik roepen. Het moest een code zijn. Hierop sprak ik tot mijn Vader en zei tien keer: “Hal eluja, dolende dwaze schapen”. Toen voelde ik een prik in mijn linker bil. Hierop verhefde ik mijn stem en zei: “bij U kom ik thuis”. Direct daarna hoorde ik het geluid van een startende motor en de vloer begon te bewegen. Terwijl het steeds lichter werd in mijn hoofd, dacht ik: “het moet niet veel gekker worden in de Godshuizen. Als het zo doorgaat ga ik gewoon weer terug naar mijn Vader, dan zoeken jullie het hier maar uit met die Dit is het laatste dat ik mij van die dag herinner en nu zit ik hier onder een rubberen mat omsingeld door witte muren. Ik hoor een klik en vervolgens een piepend geluid. Op de witte muur ontstaat nu een zwarte rechthoek met daarin een donkere gestalte in het wit gekleed. “Maria, moeder, eindelijk ben ik thuis.” “NEEEE!, kom niet binnen, vlucht!”, “U zult sterven moeder, Satan is hier!”. “Hier, uw medicijnen, dit moet u innemen van de dokter”, zegt de gestalte. Veenendaal – Door een onzer verslaggevers – Zaterdagmorgen is op de markt een 21-jarige man door de crisisdienst van de GG&GD in bewaring gesteld. Hij riep dat hij de Messias was en deelde de vissen van de visboer en de broden van de bakker uit. Vervolgens heeft hij zich uitgekleed en gooide verschil ende marktkramen omver, waarop hij de omstanders sommeerde om de kerk in te vluchten, omdat de hel open zou zijn. Dominee Ekelmans sprak van een bezetene; de psychiater concludeerde dat er sprake is van een acute psychose en heeft medicijnen voorgeschreven en de patiënt in het belang van zijn eigen veiligheid tijdelijk in een isoleercel opgenomen.

Source: http://marcpleizier.nl/Publicaties/de_reiniging_vd_markt/files/de%20reiniging%20van%20de%20markt%20-%20eindversie,%20ingestuurd%20-%20m.%20pleizier.pdf

kaug.ovgu.de

Organ derDeutschenOphthalmologischenGesellschaftD. Mojon, St. GallenD. Pauleikhoff, MünsterT. Kohnen, Frankfurt a. MainKatarakt und LinseRüdigerstraße 14D-70469 StuttgartPostfach 30 11 20D-70451 Stuttgart1863 von Karl Wilhelm v. Zehender imZusammenwirken mit Theodor Sämischund Albrecht von Graefe gegründet, umden Bedürfnissen des am Patienten tätigenAugenarztes in Klinik und Praxis zu d

Microsoft word - shannon biosketch

BIOGRAPHICAL SKETCH Employment Research Assistant, Violence Prevention Project, University of California at San Francisco, San Francisco, CA Pre-doctoral Research Fellow, National Cancer Institute, National Institutes of Health, Bethesda, MD Aug. 1998-Nov. 2000 Research Specialist, University of Illinois, School of Public Health, Chicago, IL Nov. 2000-Aug. 2003 Program Associate, Populat

© 2010-2014 Pdf Medical Search